CO2-meters

Als er geleefd of gewerkt wordt in een ruimte, dan dient de lucht in die ruimte voldoende kwaliteit te bieden zodat er sprake is van een gezond binnenklimaat. Zonder ventilatie zal de kwaliteit van de lucht voortdurend afnemen doordat mensen zuurstof verbruiken en kooldioxide (CO₂) uitademen. Daarnaast kan de lucht verontreinigd raken door o.a. vuil, stof en ziekteverwekkers.

Door voldoende te ventileren met verse buitenlucht blijft de luchtkwaliteit goed. Dit kan door natuurlijke ventilatie met één of meer open ramen, maar ook met mechanische ventilatie worden bereikt. Om te weten wanneer er voldoende wordt geventileerd en dit ook aan te tonen moeten metingen worden verricht.

Er worden eisen gesteld aan het meten van de luchtkwaliteit in het onderwijs, waarbij de concentratie kooldioxide (CO₂) gemeten en opgeslagen worden. De GGD en overheid geven aan dat de CO₂-concentratie een goede indicator is voor de kwaliteit van de lucht. Deze waarde dient in een klaslokaal onder 1.000 ppm te blijven. Het heeft zelfs de voorkeur om onder een waarde van 800 ppm te blijven. Ter referentie: schone buitenlucht in een gebied zonder druk wegverkeer en/of industrie heeft een CO₂-waarde van circa 400 ppm.

Een betrouwbare methode voor het meten van de CO₂-concentratie is door gebruik te maken van een infrarood (NDIR) sensor. Het is hiermee mogelijk om een momentopname te maken, maar het is wenselijk om gedurende enige tijd (bijvoorbeeld een werkdag) de meetwaarde te loggen met een vaste interval. Op deze manier kun je gemakkelijk inzichtelijk maken wat de minimale en maximale meetwaarden zijn gedurende de dag en deze weergeven in een grafiek.

Onderwijsinstellingen kunnen momenteel gebruik maken van een overheidssubsidie voor de aanschaf van CO2-meters in klaslokalen.
Hieronder treft u zowel draagbare als stationaire meetoplossingen, waarbij dataloggen en meetrapportage ook mogelijk zijn.